Hasselt, 2 oktober 2018 – Voor mij was het een ‘bad hair-ochtend’, zoals alle andere dagen aan de schoolpoort. Om 8u28 trok mijn dochter iets te nadrukkelijk aan de mouw van mijn jeansjas. Ze wilde me meeslepen naar de mama van een klasgenoot die elk jaar een nieuwe godsdienst uitprobeert en nu voor het eerst Joodse godsdienst ging kiezen. Daar kon zij eventueel bij aansluiten, want we hebben joodse roots… én we hebben mazzel dat onze kinderen op een vooruitstrevende lagere school zitten.

Zo was onze Daltonschool in 2018 de eerste school in Vlaanderen waar Boeddhisme werd onderwezen. Het Boeddhisme was toen nog geen erkende godsdienst (zie De Standaard van 6 oktober 2018), maar door een vrijstelling aan te vragen mochten ouders zelf Boeddhistisch onderricht geven. Veerle Tokarek (mama van een leerling op onze Daltonschool) vond dat zeker het proberen waard. En zo werd ze meteen de eerste Boeddhistische juf in ons land. In september 2018 gaf ze alleen les aan haar eigen dochter Nanouk. Andere ouders reageerden laaiend enthousiast. Ze wilden hun kinderen op één of andere manier laten inhaken. En verder kennen we An en Bart. Toen hun twee zonen in de lagere school zaten, kozen ze elk jaar voor een andere godsdienst. Dat ging van Grieks-Orthodoxe en Katholieke godsdienst, over zedenleer, tot Islam en Israëlitisch-Joodse godsdienst.
Uiteindelijk schreef ik voor De Standaard een column rond dit thema:
Godsdienst-hoppen op school
Het boeddhisme is nog geen erkende godsdienst (DS 6 oktober 2018), maar een ondernemende mama van een Hasseltse Daltonschool is de erkenningsprocedure te snel af geweest. Je kan een vrijstelling voor levensbeschouwing aanvragen, en dan mag je als ouder de lesuren zelf invullen voor je eigen kinderen. Zo werd Veerle Tokarek de eerste boeddhistische juf in ons land, zij het onbezoldigd. Voorlopig geeft ze alleen les aan haar eigen dochter Nanouk, maar dat gebeurt wel binnen de schoolmuren. Ook andere ouders lopen warm voor dit project.
Veerle Tokarek: ‘Onze drie dochters hebben al jarenlang vrijstelling van levensbeschouwing. Tot vorig jaar gaven we hen als invulling boeken mee naar school over wat hen boeide. Onze oudste was gepassioneerd door een kindvriendelijke vertaling van de Koran. Maar ze vroegen ook naar het jodendom en het boeddhisme, de godsdienst die bij ons thuis leeft. Of over ecologische ideeën zoals het zero waste concept.’
An en Bart, twee andere ouders op dezelfde school, pakken het anders aan: zij kiezen elk jaar een andere godsdienst voor hun twee zonen. Dat ging van Grieks-orthodoxe en katholieke godsdienst over zedenleer tot islam en Israëlitisch-joodse godsdienst. Volgend jaar willen ze het rijtje graag aanvullen met boeddhisme.
An: ‘Zedenleer vonden ze de saaiste van alle levensbeschouwingen. Onze kinderen voelen zich vooral aangetrokken tot de symboliek, feesten en parabels die bij “echte” godsdiensten horen. Eigenlijk is dat logisch, en heel typisch voor kinderen, ze willen ervaringen opdoen, dingen voelen en doen. Zo leren ze ook veel meer bij.’
‘De joodse juf had het vorige les over het Loofhuttenfeest en over gezinnen die dan een hut bouwen in hun tuin. Onze jongste wilde al meteen zelf een hut neerplanten in de tuin en er ook in gaan slapen. Dat soort creatieve input krijg je niet in een les zedenleer. Het humanisme mist die eeuwenoude maar spannende gebruiken.’
‘Eigenlijk zijn er best veel ouders die dat wensen of ervan dromen. Maar elk jaar voor een andere godsdienst inschrijven, vinden ze een brug te ver.‘
Professor theologie Didier Pollefeyt (KU Leuven) fronst de wenkbrauwen: ‘Ik vind het creatief van An en Bart, maar het systeem is niet bedoeld om elk jaar over te stappen. Het Gemeenschapsonderwijs laat de ouders een keuze maken uit de erkende godsdiensten en levensbeschouwingen. Het hoeft in principe zelfs niet: in de les katholieke godsdienst komen sowieso alle andere levensbeschouwingen verplicht aan bod. Bovendien zijn sinds 2012 de “interlevensbeschouwelijke competenties” opgenomen in alle leerplannen. Elke leerkracht kan vanuit zijn levensbeschouwing bijdragen aan een gemeenschappelijk project, over bijvoorbeeld de opwarming van de aarde, kinderarmoede, feestdagen en rituelen. Zo leren de kinderen de visie van de andere levensbeschouwingen op die thema’s waarderen.’
An en Bart beamen. ‘Wij vinden het belangrijk dat onze kinderen de godsdiensten op een levensechte manier aangereikt krijgen. In een les zedenleer blijft dat erg theoretisch: vanop afstand kijken naar de anderen. Dat is niet zo doorleefd. Volgens ons moet je les krijgen van een “native” om een godsdienst echt te beleven. Zo zaten onze zonen in de islamles met moslimkinderen en een moslimleraar. Toen de ramadan eraan kwam, hebben ze ook zelf geprobeerd om te vasten. Het is uiteindelijk niet gelukt, maar geen probleem, ze hebben het geprobeerd. Ze beseffen nu dat de ramadan een zware beproeving is, chapeau voor de gelovigen die het doen.’
Bart: ‘We zien dat onze kinderen spontaan en respectvol omgaan met andere gebruiken en culturen. Toen ik hielp bij de catering van hun voetbalclub, was het onze jongste die erop stond dat er ook halal hotdogs op de kaart kwamen. Voor hem is dat de normaalste zaak van de wereld.’
Godsdienst is een taal
Professor Didier Pollefeyt: ‘Hun ervaring met de islam vind ik een mooie passage. Eigenlijk is het een manier om “te gast” te zijn in een andere religie. Dat moet ook de moslimleerlingen uitdagen tot een gastvrije houding en leren omgaan met vragen en kritiek.’
‘Ikzelf vergelijk godsdienst graag met taalverwerving. Perfect tweetalig zijn, dat lukt nog. Als je een joodse moeder en een christelijke vader hebt, bijvoorbeeld. Maar tien godsdiensten uitproberen als kind, dat moet tot verwarring leiden, tenzij je de godsdiensten niet tot je diepste ik laat doordringen en ze ziet als een museumcatalogus.’
‘Vrijblijvend shoppen in de rayon van de godsdiensten, dat is niet voldoende om een godsdienst van binnenuit te beleven. Christenen worden gedoopt: dat soort overgangsrituelen zijn cruciaal, maar daarnaast heb je ook “wortels” nodig, roots in een bepaalde gemeenschap. Dan word je makkelijker opgenomen in de grote geloofsgemeenschap.’
‘Vergelijk het met iemands taal die ook altijd met zijn identiteit verweven is. Als ik Duits praat, zal je altijd aan mij horen dat ik geen Duitser ben. Een native zal dat onmiddellijk merken. Op dezelfde manier zal een Vlaming die moslim wordt er altijd een beetje uitspringen.’
Vandercappellen en Geebelen gaan ervan uit dat het voor hun kinderen later makkelijker wordt om een keuze te maken. Zelf zien ze levensbeschouwing als een leerproces. Welke godsdienst bleef bij hun zonen het beste hangen? Vandercappellen: ‘De Grieks-orthodoxe godsdienst sprak hen aan door de architectuur en symboliek. In de Griekse kerken zie je veel kunst en ornamenten met massa’s bladgoud en gigantische kristallen luchters. Onze jongste heeft bij juf Metaxia een prachtige Grieks-orthodoxe kerk geknutseld.’
Ervaren experts
En dan was er het moment met mijn dochter aan de schoolpoort. In navolging van een klasgenoot wilde ze joodse godsdienst volgen, want ‘ergens hebben wij toch joodse roots?’ Ik kon haar volgen.
‘Moet dat nu echt?’, vroeg mijn echtgenoot de volgende ochtend bij de koffie. ‘Je verandert toch niet van godsdienst als van ondergoed?’ Maar het jodendom fascineert. Ik dweep met de grote joodse denkers uit de geschiedenis: Spinoza, Marx, Einstein, Freud. Zonder hen zou de wereld er toch anders uitzien? Mijn man: ‘Als het dan toch de atheïstische joden zijn naar wie je zo opkijkt, wat zoeken we dan in een les joodse godsdienst? Het zal toch geen atheïst zijn die les komt geven?’
Nee, de bevoegde dienst van het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs stuurde uiteindelijk geen rabbijn met kipa en grijze baard naar Hasselt. We kregen juf Hana Daskal, een vlotte dame met een open blik op de wereld en waardering voor alle wereldgodsdiensten en visies.
Ze leren nu het Hebreeuwse alfabet bij juf Hana, maar over God mogen ze niet praten. Tenminste: ze mogen zijn naam niet uitspreken, want God wordt beschouwd als almachtig in het judaïsme. En zo leren onze kinderen alweer een nieuwe vorm van respect kennen. Voor onze dochter was het een doordenkertje: ‘Maar het is toch een godsdienstles? En toch mogen we niet over God praten. Oh my God!’
Print-versie in De Standaard van 11 oktober 2018:
